top of page

#12

 

​

Mijn leven telt vier muren. Het behangpapier is een blauw wolkenpatroon, loskomend, scheurend, verdwijnend door mijn mond. Morgen zal er enkel nog grijs beton zijn. Ook dat zal ik verslinden. 
 

​

Vanavond zal ik slapengaan zonder naam, wakker worden zonder zijn. Het gezichtsloze bestaan van een schrijver zonder woorden, een dichter zonder stem. Deze stad is niet de mijne maar ik ben wel de hare, verdwalen kan ik met mijn ogen open. Haar aders lopen dwars door elkaar: éénrichting, tegenrichting, altijd maar stroomopwaarts. Haar hart mag ik nooit vinden. Misschien bestaat dat niet. Misschien leiden alle wegen toch niet naar Rome, maar naar nergens. Misschien is dat ook maar een plaats als een ander.

​

​

Ben je er nog, vraagt man met hoed en stok.

Ik lig tussen zijn schoenen op het voetpad,

smeltend als een gevallen kinderijsje,

maar ik ben er nog.

12.png

- januari 2021

bottom of page